Niet zo lang geleden kreeg ik een paard te rijden dat al heel veel dingen deed, veel oefeningen uitvoerde, maar dat tegelijkertijd heel weinig dingen echt kon. Ik hoor je denken, wat zegt ze nu weer…Ik ga proberen het verschil uit te leggen.
Een paard dat iets doet, voert een oefening uit omdat jij hem er als het ware doorheen helpt. Door jouw hulpen geef je hem geen andere optie dan bijvoorbeeld zijwaarts gaan, een overgang te maken, etc. Een paard dat een oefening kan of kent is zich bewust van wat hij doet en hoe hij dat moet doen. Hij voert de oefening weliswaar uit op jouw aanwijzing, maar zonder jouw hulp, ondersteuning. Hij loopt niet in de houdgreep. Een paard dat een oefening alleen maar doet, voelt vaak wat zwaar en zodra jij loslaat kan hij niet zelfstandig verder gaan. Een paard dat een oefening echt geleerd heeft en dus begrijpt, voelt trots en zelfverzekerd en heeft jou alleen nodig om aan te geven waar en wanneer je de oefening graag wilt en misschien om hem te helpen er nog beter in te worden. Dit betekent overigens niet dat je een paard in een aanleerfase niet kan of mag ondersteunen, dat is zeker nodig. Ik zie echter nog te vaak paarden die door de oefeningen heen geduwd en getrokken worden en waar niks aan houding overblijft als de ruiter de teugels eens loslaat…Dat is geen dressuur!
Ik heb dit zelf meerdere keren en met meerdere paarden meegemaakt maar eentje die er echt bovenuit sprong en waarom ik deze blog nu schrijf, was het paard dat niet kon aangalopperen. Ik reed een paard dat wat veel spanning had maar eigenlijk wel heel lief en werkwillig was. In stap en draf ging het al steeds beter, hij wilde mijn hand al een beetje opzoeken zelfs maar ik kreeg hem bijna niet in galop. Zodra ik een galophulp gaf werd hij heel strak, ging dan wel direct veel harder maar hij galoppeerde meestal niet aan. De enige optie was eigenlijk heel veel druk op de teugels en dan wilde hij wel aanspringen maar wel met heel veel spanning in de rug. Leuk detail was dat hij aan de longeerlijn ook vaak enorm bokte met aangalopperen, verkeerd aansprong en ook alleen maar heel hard ging rennen om vervolgens in galop te komen.
Vanaf het begin had ik wel het gevoel dat hij me gewoon totaal niet begreep, om verschillende redenen. De eerste was dat hij altijd, echt altijd, wel reactie gaf. Niet de reactie die ik zocht, maar hij deed altijd zijn best om het goed te doen. De tweede reden was dat hij echt bijzonder veel spanning opbouwde op het moment dat hij merkte dat het niet de reactie was die ik zocht. Dat laatste ben ik gaan gebruiken. Ik moest dit paard namelijk niet alleen lichamelijk weer op de rit krijgen en leren zijn lijf beter te gebruiken, er was ook een taak voor mij weggelegd om hem te leren weer te vertrouwen op de ruiter en spanning af te kunnen vloeien.
Ik heb deze overgang van draf naar galop dus gebruikt om hem te leren dat wat er ook gebeurt, ik zijn inzet en zijn intentie om het goed te doen altijd waardeer. En dat hij nooit bang hoeft te zijn dat ik boos word als hij een fout maakt of me niet begrijpt. Ik heb dat gedaan door telkens de intentie te belonen. In eerste instantie gaf ik dus een galophulp, ging hij harder draven en dan beloonde ik dat en ging ik weer langzamer draven. Dat klinkt misschien raar, belonen als hij iets fout doet maar het leren aangalopperen was hier even niet het hoofddoel. Het hoofddoel was vertrouwen opbouwen, want pas als hij me vertrouwt, kan ik hem blijven bewerken en dan pas kan ik hem uitleggen wat ik dan wel bedoel. Hij moet dus fouten durven maken, dat vind ik echt heel erg belangrijk. Een paard dat bang is om fouten te maken is dat vaak uit angst voor wat er gebeurt als hij een fout maakt en dat paard is dus gewoon bang van de ruiter. Dat mag nooit het uitgangspunt zijn in het rijden!
Wat helpt is dat ik harder draven ook oprecht niet zag en voelde als fout. Een paard dat probeert jou te begrijpen, is nooit fout! De intentie om wat voor jou te doen, de poging om het goed te doen, zouden we altijd moeten belonen. Dat zorgt voor minder spanning maar ook voor vrijere en blijere paarden die meer durven. Dat is weer handig als je nieuwe oefeningen wil aanleren want dat lukt alleen als ze iets durven proberen. Fouten maken is niet erg, geen fouten durven maken, dat is pas erg!
Goed, door steeds positief te blijven en de intentie om het voor mij te willen doen te blijven belonen, werd de spanning minder. Minder spanning zorgt ervoor dat mijn hulpen beter doorkwamen en dat zorgde er weer voor dat ik steeds beter kon aangeven wat ik dan wel wilde. Ik hoefde niet meteen mijn hulp los te laten zodra hij naar voren schoot omdat de spanning te hoog werd maar kon rustig aangeven waar ik naartoe wilde en hem steeds meer in de goede richting helpen. Deze rust, maakte dat mijn paard durfde te gaan nadenken. Een gespannen paard denkt niet na, dat is zover uit zijn comfortzone dat hij niks meer kan leren. Ik voelde wat veranderen, in plaats van alleen maar harder kwam er eens een halve galopsprong. Soms niet eens een halve sprong, soms voelde ik enkel de intentie om aan te galopperen maar kwam er nog niks omdat hij toch nog niet zeker wist of ik dat wel zocht en nog niet helemaal durfde. Keer op keer heb ik die intentie beloond en binnen enkele weken sprong hij keurig aan op mijn beenhulp, en zonder de extra druk op de teugels! Die had hij niet meer nodig, ik hoefde hem niet meer vast te houden want hij wist nu hoe het moest. Hij weet nu wat aangalopperen is en hij weet wat hij moet doen. Ik hoef er alleen nog maar om te vragen.
Maar niet alleen dat. Waar hij voorheen, als hij aansprong, dat met heel veel spanning, strakheid en zonder na te denken deed, merkte ik nu dat hij zich bewust werd van zijn lijf. Hij dacht na, hij gooide zich niet langer naar voren om maar vlug, zo vlug mogelijk aan het galopperen te zijn. Nee, in plaats daarvan was hij zich bewust van het veranderen van de beenzetting en liet hij mij ook helpen om in het juiste evenwicht te blijven. De overgang werd niet alleen meer ontspannen maar de kwaliteit van zowel de overgang als de galop gingen met sprongen vooruit! En voor mij het allermooiste bewijs en de reden dat ik hier zo in geloof: Hij bokt niet meer aan de longeerlijn! Ja, af en toe uit vrolijkheid. Maar het boze, gefrustreerde bokken, het verkeerd aanspringen, het heel hard gaan rennen om aan te springen….Het is allemaal weg. Ik zie hem letterlijk denken aan de longeerlijn als ik galop vraag om vervolgens heel correct zijn lijf aan te sturen en in alle vertrouwen en rust die overgang te maken. Hij weet wat hij moet doen. Hij vertrouwt zichzelf.
Je kan paarden iets leren, of je kan ze iets laten doen…Het tweede is makkelijk, zeker als je zelf een beetje handig bent kan je het er simpel spectaculair uit laten zien. Het eerste vraagt om verder te kijken, verder te denken en meer ruitergevoel. Wat mij betreft, het gevoel wat je terugkrijgt is het meer, meer dan waard. Het gevoel van een trots paard, dat zichzelf helemaal knap vindt omdat hij iets geleerd heeft, dit ook echt begrijpt en dat wéét dat jij trots op hem bent….Absoluut goud.
Twijfel jij of jouw paard het kan, of het doet? Ik vind teugeldruk altijd een goede graadmeter. Als je in een overgang of in een oefening moet werken om hem rond te houden, is je paard zich onvoldoende bewust van wat hij doet en lever je op dat moment in op lichaamsgebruik. Bij een correcte overgang is het niet nodig om hem ‘rond te houden’ of om überhaupt meer druk op je teugels te nemen. Bij een correcte overgang, waarin je paard in balans is en zich bewust is van wat hij moet doen, hoef je hem niet vast te houden, want hij zal niet omhoog komen of uit de aanleuning komen. Komt hij dat wel, is dat helemaal geen ramp, het betekent enkel dat er nog werk aan de winkel is wat betreft evenwicht en lichaamsgebruik. Leer hem hoe het moet, in plaats van enkel wat hij moet doen.
Heel erg veel succes en plezier samen!
Liefs, Esther